De Krat is een filosofie

Vorige week kregen we bij de Krat bezoek van twee NRC-journalisten. Zij schreven een stuk over kerstmenu’s uit een maaltijdbox, en de Krat was een van de bedrijven die ze wilden uitlichten. Nou zijn we altijd blij met publiciteit. De ervaring leert dat vrijwel iedereen die de maaltijden uit de Krat probeert, van huisman tot journalist, heel tevreden is over de kwaliteit. Ook zorgt zo’n interview ervoor dat we weer eens heel precies moeten formuleren wat we doen, bij de Krat. Zo vroegen de journalisten: op welk aspect van jullie concurrent zijn jullie jaloers? Dat was een goede vraag.

De naamsbekendheid en omzet van de betreffende concurrent is beangstigend hoog. Geen wonder, met een marketingbudget van tonnen per jaar. Dat budget leek ons ook wel eens aantrekkelijk. Maar aan de andere kant…Al pratend concludeerden we wat we natuurlijk al wisten: beide bedrijven zijn eigenlijk niet vergelijkbaar. Okay, we leveren allebei maaltijden. Maar meer dan dat is de Krat een filosofie.

We zijn dol op lekker eten en het gemak dat onze maaltijdbox biedt, maar we zijn ervan overtuigd dat je dat moet doen met een zorgzaam oog voor de aarde. Wij geloven in duurzaamheid, in eten volgens de seizoenen. Frambozen zijn lekker, maar moet je die per se invliegen in december? We houden van vlees, maar heb je het zeven dagen per week nodig?We geloven in het vlees van Waterlants Weelde, zorgvuldig geselecteerd door Jan Splinter, we geloven in de superverse yoghurt van Henno Hak, in de fantastische groenten van Kwekerij Osdorp. We kennen onze leveranciers, weten hoe ze zaaien, oogsten, voeden, bemesten.

Ook geloven we dat het gezond is om veel groenten te eten. Dat betekent dat je voor een maaltijd uit de Krat soms tien minuten langer bezig bent met groenten snijden. We geloven in minder vlees; het beste dat je voor het milieu kunt doen. Gelukkig geloven onze klanten dat ook, en worden dat er ook steeds meer.

Voor 2018 voorspellen foodies en trendwatchers unaniem hetzelfde: meer groenten, minder vlees, minder voedselverspilling. Dat werk zetten wij met liefde voort, ook in 2018.

Inger Boxsem