Demonstreren kun je leren

Aan tafel ging het met de Krat-tieners over de klimaatprotesten van de scholieren. Kind 1 en 2 waren trots op ‘onze generatie’ en telefoons schoven heen en weer om de origineelste protestborden te laten zien.

Toen kwam de hamvraag. Gingen we op 10 maart meelopen in de grote demonstratie? Kind 1 dacht van niet. ‘Ik moet voetballen. Bovendien: er verandert echt niets als ik niet meeloop.’ Om dat argument werd hij smakelijk uitgelachen, dat begrijp je. ‘Als iedereen dat denkt heb je dus geen demonstratie,’ probeerde kind 2 te overtuigen.

Het gesprek liep nog hoog op, want zoals bij veel gezinnen: we willen ons consumptiegedrag wel veranderen, maar het lukt niet altijd. Vooral minder vlees eten vindt dit gezin moeilijk. ‘Alle vleesvervangers zijn vies,’ is zo ongeveer het meest genuanceerde oordeel. ‘Gewoon’ vegetarisch eten was dan nog beter, dus gerechten zonder burgers of balletjes die op vlees willen lijken. Eerlijk gezegd hebben we zelf ook nooit begrepen waarom dat is, maar dat is een ander verhaal.

Dat wel-willen-maar-hoe-dan krijgt vanaf vandaag een steuntje in de rug. Milieu Centraal start de campagne ‘een dagje groen’. Het voorlichtingsbureau stimuleert ons met tips om je ecologische voetafdruk te verkleinen.

Op hun website kun je je aanmelden voor een challenge hier of daar: twintig dagen plastic afval scheiden, bijvoorbeeld,of een dag niet langer dan vijf minuten douchen. De website houdt bij hoeveel impact de challenges bij elkaar hebben.

We sturen de uitdaging door aan kind 1. Die altijd snel doucht trouwens.



Inger Boxsem