
Eten kost wel wat
Boer zoekt vrouw Yvon Jaspers heeft een nieuwe televisieserie: ‘Onze boerderij’. ‘Ik heb een missie,’ zei ze bij Jeroen Pauw. ‘Ik vertel nu 15 jaar lang over liefde op de boerderij maar ik struikel over de verhalen. Ik wil het verhaal achter ons eten vertellen.’ Anderhalf miljoen kijkers voor de eerste aflevering lieten zien dat niet alleen Jaspers, maar ook wij benieuwd zijn naar het échte verhaal.
De eerste aflevering ging over boeren die gebukt gingen onder fosfaatregels. Om onze CO²- uitstoot te beperken moet er minder mest op het land komen en minder mest betekent (o.a.) minder koeien. Voor het milieu een goed streven, voor de individuele boer soms een ramp. Boerin Agnes vertelde met tranen in haar ogen dat ze eind van het jaar haar (en haar ouders’) levenswerk misschien moet opdoeken. Je kon niet anders dan met haar meevoelen.
Tegelijkertijd ontbrak er iets. De financiële nood waar Agnes en veel andere boeren in verkeren wordt niet alleen maar veroorzaakt door hoge milieulasten. Die wordt ook veroorzaakt door ons, de consument. We betalen simpelweg te weinig voor onze melk, onze kaas, onze groenten. Je zou het bijna vergeten, met luxueuze koekjes die voor 99 cent in de schappen liggen, vlees dat wordt weggegeven (1 +1 gratis) en maaltijdboxen die 35 € (!) korting beloven. Alsof het niks kost.
Maar eten kost dus wel wat! Een pond kaas betekent dat je een koe nodig hebt, een kalf, voedsel, stalruimte, vee-artsbezoek, een melkrobot, menskracht, koeling, transport, verpakking. Hoe kun je dan jong belegen kaas eten voor 2 euro per pond? Als we goed willen zorgen voor onze boeren én dieren, als we willen dat er over vijftig jaar nog steeds koeien in de wei lopen, moeten we daar geld voor over hebben. Geen cent te veel, maar zeker niet te weinig.