
Eureka-momentje of groene kerst
‘Groenten hebben geen smaak.’ Dat was de conclusie van een van de leukste onderzoeken van dit jaar.
De Universiteit van Wageningen -sowieso een van de creatiefste universiteiten van Nederland- had onderzocht waarom het zo ingewikkeld is om mensen meer groenten te laten eten. De meeste mensen eten zo’n 175 gram per dag, en dat is bijna een ons minder dan de minimale hoeveelheid die we zouden móeten eten.
In Wageningen lieten ze in een degelijk onderzoek de smaak van groenten proeven. Onder andere bloemkool, broccoli, prei, wortel en sperziebonen kwamen voorbij, ook nog eens in verschillende varianten: gekookt, gestoomd, geperst. Van deze varianten moest het proefpanel precies opschrijven wat ze proefden: zuur, zoet, zout, bitter of umami (de ‘hartige smaak’). Wat bleek: groenten smaken naar niks, of op zijn hoogst een beetje bitter. Op de universiteit was dat een eureka-momentje. Het zou weleens de ultieme verklaring kunnen zijn voor ons eetgedrag. Wij zijn namelijk van nature geneigd om meer te eten van producten die wél zuur, zout, zoet of hartig zijn. Die smaken beloven ons voedingsstoffen: een zoet of zout gerecht bevat eiwitten, koolhydraten en vet. Als iets naar niets smaakt; waarom zou je het dan eten?
Reken maar dat ze in Wageningen nu druk sleutelen aan hartige worteltjes en zoete broccoli. Wij stellen voor dat we tot die tijd gewoon zelf smaak geven aan onze groenten: geroosterde bloemkool met garam masala, gekarameliseerd roodlof (zoet! bitter!) En wat dacht je van bietenravioli met waterkerssaus, niet voor niets ons vegetarische kerstvoorgerecht. Bomvol smaak en ook nog eens oogverblindend op het bord. We kunnen zo nog tien recepten opnoemen, maar daarover in de volgende blog, als we het kookboek van De Krat aankondigen. Tot die tijd wensen we iedereen veel kookplezier en een groene kerst!