Hoera!

Vanavond barst om de hoek van de Krat-headquarters het leukste feest van het land los: aan de vooravond van Koningsdag delen de buurtbewoners van de Watergraafsmeer hun maaltijd op straat. Het Koningsmaal -hoe toepasselijk- wordt elk jaar georganiseerd door vrijwilligers en samengesteld met hulp van alle lokale ondernemers. De prosecco van de wijnhandelaar, kaas van de kaasboer, slager Cees is het epicentrum van de catering en ook de Krat levert traditiegetrouw lekkere rauwkost voor het menu van de kinderen.

Het lijkt erop dat het menu uitbundiger is dan dat van het koninklijk huis zelf. Van de hofkeuken komt maar weinig naar buiten, maar dat Oranjes niet van uitspattingen houden is wel bekend. Beatrix trok zich niets aan van de kritiek op haar keuken. ‘Wij hebben geen restaurant, maar een huis,’ reageerde ze volgens culinair journaliste Anne Scheepmaker op kritiek. Valt ook wat voor te zeggen.

Het lijkt erop dat Willem Alexander de traditie volgt: het diner dat hij vorig jaar deelde met andere vijftigjarigen was behoorlijk mainstream, met een zalmtompouce, rundersteak en hazelnootschuimtaartje.

Voor wie de maaltijd morgen nog een koninklijk tintje wil geven wat kleine suggesties. Maak terwijl je met een schuin oog naar de koninklijke familie in Groningen kijkt alvast een stevige wortel/pompoensoep voor ’s avonds. Kruid hem voor de Zuid-Amerikaanse schwung van Max met een beetje chipotle (gerookte jalapeño).

Als je thuiskomt van de vrijmarkt, waar je het koud hebt gekregen, hoef je die alleen nog maar op te warmen. Dan schenk je de borrel in: een stralende Apérol spritz: is goed, niets meer aan doen. Serveer daarbij als borrelhapje zoete aardappelchips met een beetje geitenkaas en walnoot. Of tacochips met dip van zure room, chilisaus en koriander.

Roep dan gezamenlijk en luid: leve de koning. Of, in geval van republikeinse sentimenten, simpelweg: hoera!

Inger Boxsem