Mari plukt de dag

Nog voor Sint en Santa het land binnen denderden hadden wij al keuzestress op het kantoor van de Krat. Het was kookboekenweek.
Er kwam een werkelijk onbeschaamde hoeveelheid kookboeken uit, die stuk voor stuk ons hart probeerden te veroveren. Rustieke recepten uit Ierland, of suggesties voor elegante mezze’s, boeken over de heilzame werking van specerijen, het roken van halve varkens, of over een specifiek product (pindakaas!).

Als voedingsprofessionals moeten we ons onderdompelen in deze overkokende productie: we willen ten slotte iedere week weer lekkere en interessante recepten in onze Kratten leveren en dat betekent: studeren, studeren. Toen we eenmaal besloten alleen te kiezen uit kookboeken over groenten was de keus snel gemaakt. Wij vielen als een blok voor het nieuwe boek van Mari Maris, al was het alleen al voor de hondsbrutale omvang: 836 pagina’s.

De Nederlandse Mari woont in Frankrijk. Ze was jarenlang kok in restaurants en kweekt nu groenten die ze voor langskomende gasten ook bereidt. Ze eet niets ‘wat oogjes heeft’, maar noem haar gerechten beslist niet vegetarisch. Ze kookt lékker, en gebruikt toevallig geen vlees of vis. Wel hoopt ze dat wij meer met groenten koken ‘zonder aan sojaburgers of kikkererwtenknakworstjes overgeleverd te zijn’. Vrouw naar ons hart.

Haar eerste boek ‘Groente Bijbel’, staat bij ons al een jaar of drie in de kast. De kaft is beduimeld en er zitten veel vlekken in het boek. Goed teken. Haar nieuwe boek is een museumstuk, of een verzameling van vijf kookboeken ineen. Het omvat prachtige art deco illustraties, 607 recepten, kooktechnieken (zelf panir maken), keukentips (van uitgedroogde wraps kun je lekkere crackers bakken) een tuin/kookdagboek en een vrijwel complete handleiding voor een moestuin. Wat zit de aarde toch goed in elkaar: ‘Bonenluizen vinden dille zo stinken, dat een paar dilleplanten tussen de tuinbonen het gewas tegen deze beestjes kan beschermen.’ Zullen we dan toch zelf sperziebonen gaan kweken dit jaar?

Inger Boxsem