
Plantaardige bubbel geknapt
Tijdens de evaluatie van de diverse vakantie-avonturen deden we een ontdekking die tot nederigheid stemde.
Gebrek aan vega en vegan
De files, vliegschaamte en -ergernis passeerden de revue, net als de mooiste vergezichten en de verbazing over hoe mooi Europa toch is, net als Nederland trouwens. Vooral met deze zomerse temperaturen, al was dat dat op zich weer slecht nieuws, want klimaat, en droogte en bosbranden. Daarover gesproken: waren jullie ook zo verbaasd over het gebrek aan vegetarische en veganistische opties in de Europese restaurants? Toegegeven, we hadden Parijs niet aangedaan en verbleven ook niet in Barcelona, of Rome, maar toch: hamburgers, bavettes en dorade wat de klok sloeg, vegetarische opties waren er zelden of simpelweg niet. Laat staan veganistisch ‘Een patatje parmezaan met truffelmayo, en daar moest ik dan 20 € voor betalen,’ verzuchtte een van ons. Zo schiet het niet op met de duurzaamheid.
Onze 'plantaardige bubbel'
Maar, vroegen we ons toen af, is het in Nederland eigenlijk zoveel beter gesteld? We doken in onze telefoons. Tot onze hilariteit (en teleurstelling) bleek de situatie binnen 500 meter van ons eigen (Amsterdamse) huis niet veel beter. Het ene restaurant serveerde vooral ribeyes, zalm, kip en spare ribs. Een vegaburger kon er net vanaf. Een befaamd voetbalcafé serveerde alleen twee soepjes vegetarisch, voor het overige bevatten alle gerechten vis, kip of vlees. De trendy wijnbar had weliswaar vegetarische opties, maar slechts 1 volwaardig gerecht kon ook veganistisch worden gemaakt. Kortom, ook om de hoek was het plantaardige menu nog niet echt doorgedrongen. We waren misschien verblind geraakt in onze bubbel: als we uit eten gingen kozen we restaurants uit die vooral plantaardig serveerden en al snel denk je dat het overal zo is.
Nee dus.
Plantaardig de norm?
Commercieel gezien is het niet zo heel erg vreemd. Uit cijfers van 2020-2021 blijkt dat zo’n vijf procent van de Nederlanders vegetarisch eet, en een totaal plantaardig dieet wordt gevolgd door 1 procent. Gelukkig verandert ook het aanbod in de horeca langzaam. Wenen kende afgelopen juli zelfs een pop-up store van de Burger King, waar plantaardig eten werd aangeprezen. De standaardvraag was: wil je een normale burger, of een met vlees?
Dat zou een mooie draai zijn: als in alle horeca vega de norm wordt. Want we willen best veranderen. Dat merken we bij de Krat bijvoorbeeld aan de gestage toename van het aantal vega en vegan maaltijdboxen dat we inpakken. Ook voor mensen die wel eens vlees eten. Uiteindelijk is het dus ook voor de horeca verstandig én lucratief om meerdere vleesloze opties aan te bieden, want 48 procent van de Nederlanders is al flexitarisch: dus eet minder vaak vlees per week.
Klein advies: ga je uit eten? Kies plantaardig waar het kan, en vraag de restaurants waar vis en vlees nog domineren naar vegetarische opties. Zodat we nog honderden heerlijke zomers kunnen meemaken.
Door: Inger Boxsem